Select Page

Wat het sprookje van de Chinese nachtegaal (C. Andersen) ons te zeggen heeft is belangrijk: er wordt aangetoond dat een kunstig
door mensen gemaakt technisch vogeltje niet kan wedijveren met de als model dienende, levende nachtegaal. De mens staat
bekend om zijn imitatie drang, die nergens zo groot is als in Azië. Echt is nauwelijks te onderscheiden van namaak – weliswaar tegen
een prijs die naar mijn mening het hele streven onmogelijk maakt. Bloemen bijvoorbeeld leveren hun geur in en robot hondjes zijn
gezelschap beestjes. Hoewel de techniek vanuit praktisch oogpunt zijn nut heeft bewezen, is die ten enenmale ongeschikt voor het
vervangen van menselijke emoties. De schijn die wordt gewekt werkt averechts en brengt een zoekende op een dwaalspoor.
De kunstmatige namaak-wereld waarin wij leven heeft wel de natuur als voorbeeld en slaagt er grotendeels in die te kopiëren, echter
zonder het element ‘ziel’, waardoor deze inspanning zijn doel mist. (Chinese nachtegaal; 03-11-2016)

 

 

 

 C H I N E S E   P O E T R Y

The beauty of Chinese poetry lies in the absence of the poet. Descriptions of nature and emotions abound,
but with a subtlety that doesn’t even get lost in translation. Seldom is one reminded of the person who endures
pain or is elated by happiness, but instead the experience itself is communicated as an un-selfed momentum.
The secret of wisdom lies in presenting the reader with something bigger than himself, appealing to his own
inner core. Do away with the momentary person who functions as a go-between two entities, fashioning a unity
of two forces. When there is no person to stand in between this process it becomes pure and enlightening like a
bird’s song. (10-10-2016)